dinsdag 30 april 2013

Cassia of Senna

Cassia of Senna

Deze struik staat hoog op mijn lijst van favoriete planten. Er bestaan talloze soorten die door botanisten over de hele wereld zijn verscheept. Het is niet alleen mijn favoriete plant, maar ook van deze botanisten die dit geslacht in groten getale in hun oranjerieĆ«n hadden staan. Dit is de reden dat er verwarring in de naamgeving is ontstaan. Voorheen viel het geslacht Senna onder de Cassia’s en dat veranderde ook nog een aantal keer in het taxonomisch systeem. Tegenwoordig bestaat hier nog steeds enige onduidelijkheid over. De ondertitels van de foto’s benaam ik nu met Senna om het niet nog onduidelijker te maken, maar u kunt hier net zo goed Cassia onder lezen. Deze naamgevingen hebben mij vroeger ook op het verkeerde spoor gebracht. Ik was altijd blij verrast een bloeiende Cassia tegen te komen, totdat er een aantal jaar geleden ineens Senna onder stond.
S. occidentalis
S. alata
S. Alata
S. occidentalis
S. didymobotrya
S. didymobotrya





S. corymbosa





S. corymbosa





Zowel de Cassia als de Senna hebben de zelfde medische eigenschappen, namelijk het verhelpen van darmproblemen. Op internet is hier veel over te lezen en welke middeltjes van deze plant tegen welke kwalen er nu verkrijgbaar zijn. In het Grieks schrijft men Kassia dat ruikend naar kerrie betekent. Vooral aan de bast van de plant is dit goed te ruiken. Senna betekent heel iets anders in het Latijn dan de naam Cassia, namelijk doornachtige struik. Het geslacht, dus beide namen, behoren bij de Vlinderbloemigen (Fabaceae/ Leguminosae) en in de onderfamilie Caesalpiniaceae.
S. septentrionalis
S. septentrionalis


S. didymobotrya
S. didymobotrya
De meeste soorten bloeien met gele trossen aan het einde van de twijg, de bladeren zijn samengesteld. Na de bloei vormen zich peulen die in sommige gevallen eetbaar zijn. In een Afrikaans kookprogramma heb ik ze met de Tamarinde peul zien werken, de peul van de Senna heeft dezelfde smaak eigenschappen. Bij de juiste verzorging, voldoende water en mest, kan hij de hele zomer doorbloeien op uw terras. Wel is hij wind- en vorstgevoelig, beneden de tien graden krijgt hij het erg moeilijk. Bladluizen en rupsen zijn gek op deze plant, preventieve maatregelen hier tegen is de oplossing. Een fleurige bloeier die in vele soorten verkrijgbaar is, weer een aanrader!

woensdag 24 april 2013

Lapageria rosea – Chileens Klokje

Lapageria rosea – Chileens Klokje

In de botanische tuin te Amsterdam kwam ik dit aparte plantje tegen. Het Chileens klokje komt uit Chili, om precies te zijn uit Patagonia. In dit gebied groeien overigens meerdere speciale planten, de Anarthrophyllum is hier een voorbeeld van.
De Lapageria is de nationale bloem van Chili en wordt daar Copihue genoemd.
Hij groeit in de bossen en zoekt klimmend zijn weg. Het is bekend dat de vrouw van Napoleon een groot plantenliefhebster was. Zij haalde vele planten uit verschillende gebieden naar haar tuin toe. De Lapageria is dan ook vernoemd naar haar, Tascher de la Pagerie, haar meisjesnaam. Hier in Nederland is deze plant verkrijgbaar als kuipplant en wordt al bekender. De Lapageria komt uit een kleine familie, namelijk de Philesiaceae. Hierin bevinden zich twee geslachten, de Philesia en de Lapageria. De Philesia heeft ongeveer de zelfde bloeiwijze, alleen is het geen klimmer.
Lapageria rosea


Het lijkt of de bloem van plastic is, dit komt door een wasachtig laagje over de bloem. Bloeien doet hij in de zomer en wordt hier bestoven door insecten.
De bloemen zijn hermafrodiet, dus zijn zowel mannelijk als vrouwelijk. Na de bloei krijgt hij lange ovale groene vruchten die eetbaar zijn. Door de ontbossing is de Lapageria vrij zeldzaam geworden en daarmee de vrucht ook. De vruchten werden veel verkocht als lekkernij, ze zijn sappig en hebben een zoete smaak. Verder is de plant wintergroen en kan zo’n vier meter hoog worden. Tegenwoordig zijn er verschillende cultivars van dit soort verkrijgbaar.
Bloem Lapageria rosea
Voor ons is de Lapageria alleen geschikt als kuipplant. Hij is niet winterhard, beneden de tien graden moet hij echt naar binnen. Plaats hem niet in de volle zon, maar het liefst in de halfschaduw. Hij groeit het beste in een humusrijke grond, het is een zuurminnende plant. Bijmesten is zeer belangrijk wat eigenlijk voor alle kuipplanten geldt. Gebruik wel een organische mest, deze mest blijft langer werken en bevat ook andere elementen die belangrijk zijn voor de plant. De Lapageria heeft wel een beetje hulp nodig bij zijn klimwijze, een klimrekje geeft hem voldoende ondersteuning.

zondag 21 april 2013

Ipomoea tricolor – Klimmende Winde

Ipomoea tricolor – Klimmende Winde

We hebben allemaal wel eens van de Winde gehoord, hier in Nederland of van de exotische exemplaren. De bekendste tropische Winde, de Ipomoea tricolor, wordt in onze tuinen veel gezaaid als eenjarige klimmer. Eigenlijk is dit soort niet eenjarig, maar de koude winters overleeft hij niet. Van oorsprong komt hij uit Mexico, nu is het een veel geziene plant in de omliggende landen. In Amerikaanse films ziet men hem veel voorbij komen, ook omdat hij opvalt door zijn felle meerkleurige bloeiwijze. Soms wordt hij als onkruid gezien, vanwege zijn snelle groei en verspreiding. De Ipomoea is het grootste geslacht in de Windefamilie (Convolvulaceae) en telt zo’n zeshonderd soorten. Een ander geslacht uit deze familie is de Convolvulus cneorum (Zilverwinde) die veel verkocht wordt als mediterrane plant in het tuincentrum. Een andere bekende Ipomoea is de Zoete Aardappel/ Bataat, de Ipomoea batatus, tegenwoordig een veel gebruikte wortelgroente in de keuken.
Ipomoea tricolor

In het Grieks heeft de naam Ipomoea te maken met zijn kronkelige vorm, vrij vertaald ‘wormgelijkend’. De familienaam Convolvulaceae betekent overigens ‘omwinden’. Inheems wordt de bloem bestoven door vleermuizen, in ons land wordt deze taak overgenomen door insecten. Wij noemen deze plant de Klimmende Winde, de Engelse naam Morning Glory vind ik eigenlijk een betere naam, vanwege de ontelbare Winde soorten. Mexicaanse stammen gebruikten de zaden als hallucinerend middel. Waar ik al vaker voor waarschuw is het experimenteren met planten, doe dit absoluut niet. Vooral niet met de zaden van de Ipomoea, deze zijn zeer giftig en kan misselijkheid en leveraandoeningen veroorzaken.
Ipomoea tricolor
Het is mogelijk om de Ipomoea tricolor te laten overwinteren op een warme plek. Gemakkelijker is het om deze plant in het voorjaar te zaaien. Door zijn snelle en bloeirijke eigenschappen wordt hij dan ook veel toegepast als snelle afscheiding, of voor het verfraaien van een lelijke wand. Hij houdt van een vochtige humusrijke grond en zet hem het liefst in de volle zon, voor een kleurig resultaat.

maandag 8 april 2013

Magnolia tripetala – Paraplu Magnolia

Magnolia tripetala – Paraplu Magnolia

De Magnolia struik of boom is een zeer oud geslacht, zij bevinden zich al miljoenen jaren op onze aardbol. Van de ongeveer honderdtwintig soorten is de Magnolia tripetala wel een uniek exemplaar. De naam Magnolia is vernoemd naar een beroemde Franse schrijver/ botanicus, Dhr. Pierre Magnol. Magnolia’s komen nu over de hele wereld voor, over het algemeen hebben wij de bladverliezende Aziatische soorten in onze tuin staan. De Magnolia tripetala is afkomstig uit de Verenigde Staten, hoewel mijn foto’s afkomstig zijn uit Praag en de Floriade in Venlo. Zijn tweede naam tripetala heeft met zijn bloem- of kroonbladeren te maken. Letterlijk betekent het eigenlijk met drie petalen (bloembladeren), de bloem heeft zes of negen bloembladeren, dus altijd in drievoud.
Magnolia tripetala

De Magnolia tripetala is een bladverliezende boom die vijftien meter hoog kan worden. Hij heeft lange glanzende bladeren die gegroepeerd staan in een parasolvorm. Vandaar dan ook de naam Paraplu Magnolia. Begin juni krijgt hij witte bloemen met paarsachtige meeldraden. Deze worden over het algemeen bestoven door keverachtigen. De bloemen hebben op afstand een onaangename geur waar de insecten op afkomen, van dichtbij schijnen ze lekkerder te ruiken. Net als alle Magnolia’s vormen de bloemen na de bevruchting een soort kegel. Deze opvallende roze kegel kan zo’n vijftien centimeter groot worden. Wanneer de zaden volgroeid zijn, barst de kegel open en komen de roze zaden tevoorschijn.
Magnolia tripetala

Deze Magnolia soort is goed winterhard, maar is niet echt geschikt voor een kleine tuin. Het is een zeer snelle groeier, als hij op een vochtige, humusrijke grond staat. Oorspronkelijk groeide hij en nog in de bossen aan de oostkant van de Verenigde Staten, vandaar dat hij windgevoelig is. De bladeren beschadigen snel door de wind, worden bruin en gaan rafelen. Vooral door zijn excentrieke bloeiwijze en zijn grote bladeren geeft deze boom een exotisch tintje aan uw tuin.

maandag 1 april 2013

Schefflera actinophylla - Parapluboom

Schefflera actinophylla - Parapluboom

De Schefflera is bij ons bekend als kamerplant, men kent hem ook als Vingerboom.
In Nederland is hij tegenwoordig in vele cultivars verkrijgbaar. De boom die ik ga beschrijven heb ik gefotografeerd in Afrika. Hier is hij niet inheems, oorspronkelijk komt hij uit Australiƫ en Nieuw-Guinea. De Schefflera actinophylla heeft als synoniem Brassaia, deze benaming wordt tegenwoordig niet meer gebruikt.
Hij behoort tot de Klimopfamilie (Araliaceae), herkenbaar binnen deze familie is het leerachtige blad. Nou kan men zeggen; De naam van Klimop is toch Hedera?
Dat klopt inderdaad, maar er zijn enkele verschuivingen geweest binnen de familienamen. Araliaceae betekent eigenlijk Araliafamilie, de Aralia kennen wij als Duivelswandelstok. Deze boom is een veel gebruikte plant in onze Hollandse tuinen. Zijn naam heeft hij overigens te danken aan de stekels aan zijn stam en het blad groeit alleen aan het uiteinde van de boom.
Schefflera actinophylla - Parapluboom

De Schefflera actinophylla heeft een spectaculaire bloeiwijze, net als de Aralia ook aan het einde van de stam. Schefflera is vernoemd naar een Duitse botanicus, genaamd J. Scheffler. Zijn tweede naam betekent, bladeren in straalvorm, dit heeft te maken met zijn parasolachtige vorm. De Nederlandse naam is dan ook Parapluboom, soms wordt de naam Octopusplant ook wel eens gebruikt. Het is een groenblijvende boom met lange veerachtige samengestelde bladeren. Opvallend is het frisgroene blad dat een felle glans over zich heen heeft. De bloemstengels staan in een krans aan het einde van de stam en zijn rozerood, de bloemstengel kan wel achthonderd bloemen bevatten. Bloemen worden bestoven door vogels die op de zoete geur af komen. Rijpe vruchten verkleuren naar donkerpaars en zijn een lekkernij voor vogels die op deze manier voor de verspreiding zorgen.

In delen van Amerika is het een veel voorkomende plant, niet iedereen is hier even gelukkig mee. De boom verspreidt zich vrij snel in dat klimaat, door de grote bladeren en bessen die op de grond vallen vinden zij de boom al onkruid.
Een ander kenmerk van deze boom is zijn ontzettend sterke wortelstelsel. Zo sterk dat riolen en wegen worden verwoest door de boom. Gelukkig heeft de boom een schitterende uitstraling en staat daarom niet op de lijst van schadelijke gewassen. De zaden van deze Schefflera zijn volop verkrijgbaar in Nederland, hoewel ik de plant zelf nog nooit ben tegengekomen in de tuincentra. Hij kan als kuipplant gebruikt worden, maar in de huiskamer voelt hij zich het meest op zijn gemak.
Geef hem wel voldoende water, maar hij zal helaas nooit gaan bloeien in huis.