woensdag 26 september 2012

Hedychium - Siergember

Hedychium – Siergember

Om nog maar even in het rijtje van de Gembers te blijven, zoals de Banaan en de Strelitzia, wil ik graag in deze blog de Siergember beschrijven. Ik zag hem staan bij mijn oom die erg geïnteresseerd is in aparte planten. Als hobby kweekt hij bijvoorbeeld ook de Agapanthus (Zuid-Afrikaanse Lelie) en enkele Canna –soorten.
De Hedychium is niet bekend in de keuken, waar de Alpina (Laos) en de Zingiber (Gember) dat wel zijn. Hij is meer bekend om zijn indrukwekkende bloeiwijze en zijn zoete geur.
Hedychium gardnerianum
Knol Hedycium gardnerianum

De Hedychium is een polvormende plant die net als de rest van zijn familie uit de Zingiberiflorae dikke/ vleesachtige rizomen heeft. Zijn neefje, de Musa (Banaan), heeft dit bijvoorbeeld ook en staat beschreven in mijn blog over de Banaan.
Zijn Nederlandse naam is hem gegeven, omdat hij niet echt in de keuken gebruikt wordt, maar meer voor de sier wordt aangeplant. Vandaar dan ook de naam Siergember die bij ons als kuipplant al populairder wordt. Van origine komt hij voor in Aziatische landen en één soort in Madagaskar waar wel meer aparte en imposante planten voorkomen. Soms wordt hij wel eens opgesplitst in twee groepen, de winterharde uit de Himalaya gebieden en de groep die iets meer warmte nodig hebben, zoals uit Thailand en India.

Door de VOC periode is hij verspreid over de wereld en is zeer bekend in Engeland als kuipplant. De bloem van de Witte siergember is zelfs de nationale bloem van Cuba. Van origine komt hij daar niet voor, maar is net als de Musa door de Spanjaarden en Afrikaanse slavernij naar Brazilië gekomen. De naam Hedychium komt uit het Grieks, ‘hedy’ betekent zoet of aangenaam en ‘chium’ betekent sneeuw. Vrij vertaald betekend het eigenlijk sneeuwwitte geurende bloem.
Hedycium coccineum
Bloem Hedychium coccineum
Er bestaan ongeveer vijftig soorten van de Hedychium, een paar wil ik even kort beschrijven. Allereerst de bekendste, de Hedychium gardnerianum, vernoemd naar een botanist uit Sri Lanka. De bloem geeft een citroenachtige geur af.
Hedychium spicatum en Hedychium densiflorum zijn het meest winterhard en komen voor in de hoger gelegen delen van de Himalaya. De ‘spicatum’ heeft een fijne/ spitse witte bloem die iets rozig is, de ‘densiflorum’ heeft een vrij compacte bloem en over het algemeen een oranje kleur.
Verder zijn er nog de smal bladerige soorten, bijvoorbeeld de ‘angustifolium’ en de ‘greenii’. De bekende witte is de Hedychium coronarium (kroonachtig) en de gele “variant”, Hedychium flavescens (geel) met een iets gelere en spitse bloem.
Een bekende mooie rode, is de Hedychium coccineum met een karmozijn rode toorts. Eigenlijk wil ik met al deze verschillende soorten de diversiteit van de Siergember beschrijven en hoe uiteenlopend zijn bloemen en bladeren kunnen zijn.
Hedychium greenii
Bloem Hedychium greenii
Natuurlijk is er met deze Gember soorten veel gekruist en maakt het soms heel moeilijk ze te determineren. Ik kijk meestal naar het blad en dan pas naar de bloem om ze te herkennen. De echte witte siergember is bijvoorbeeld al doorgekruist naar een rode hybride. Gelukkig hebben al deze soorten nog steeds een heerlijk geurende eigenschap. Als medicatie vind men hem vaak terug als aromatherapie en zijn wortelstokken worden meestal gebruikt als ontstekingsremmers.
Bloem Hedychium gardnerianum
Knop Hedychium gardnerianum
Soms kunnen de meest winterharde soorten bij ons overleven, maar zullen altijd bovengronds afsterven. Denk niet te snel dat hij niet gaat bloeien, de meeste soorten bloeien pas laat in de zomer. Behandel de Hedychium als een kuipplant, dus zet hem in de winter op een droge warme plaats. Net als al zijn familiegeslachten, heeft hij het liefst een vochtige, goed doorlatende en humusrijke grond.

Wilt u deze plant een keer live zien, rond augustus staat hij zeker in een Botanische Tuin te bloeien.

dinsdag 18 september 2012

Strelitzia - Paradijsvogelbloem

Strelitzia – Paradijsvogelbloem

De Strelitzia behoord tot de Bananenfamilie (Musaceae). De grootste overeenkomst tussen de Strelitzia en de Musa (-familie) zijn de bladeren die uit bladscheuten komen en de vleesachtige rizomen (ondergrondse wortelstokken). In mijn blog over de Musa benoemde ik deze familie ook al, met als hoofdfamilie de Zingiberales (Gemberfamilie).

De meeste van ons kennen de Strelitzia als snijbloem en ze worden tegenwoordig volop geteeld in de kas. Zelf heb ik twee planten in de huiskamer staan, maar voor de bloemen moet ik nog even geduld hebben. Als kuipplant is hij zeer populair, vooral bij kasteeltuinen en oranjeries staan ze in de zomer buiten.
Bij specialistische kwekerijen zijn ze te koop, sporadisch kom je ze tegen in een tuincentrum.
Bloem Strelitzia reginae
Strelitzia reginae
 

Oorspronkelijk komt de plant uit Zuid-Afrika, maar is in de VOC periode naar veel landen verscheept. Zo komt hij ook aan zijn naam, vernoemd naar de echtgenote van George de derde, een Engelse koning. Zijn vrouw, genaamd  Mecklenburg-Strelitz was in de achttiende eeuw een amateur plantendeskundige.
De bekendste soort, de Strelitzia reginae, is het meest geschikt als kuipplant.
Zijn tweede naam betekend ook nog eens koningin.

Naar mijn weten bestaan er vijf soorten, zonder de cultivars mee te rekenen. Voorheen vielen de Strelitzia reginae en de Strelitzia juncea onder één naam, namelijk de Strelitzia parvifolia. De Strelitzia juncea is een kleiner soort en onderscheidt zich door zijn blad (zie onderstaande foto). Hij heeft dezelfde bloeiwijze als de Strelitzia reginae, maar heeft een biesachtig blad. Vandaar ook zijn soortnaam ‘juncea’ dat biesgelijkend betekend. Strelitzia wordt in Zuid-Afrika ook wel de Kraanbloem genoemd, de bloem heeft ook wel iets weg van een Kraanvogel.
Strelitzia juncea
Uitgebloeide Strelitzia juncea
De grootste soort van het geslacht Strelitzia is de Strelitzia nicolai. Er is enige verwarring over de naamgeving ‘nicolai’, laten we het erop houden dat het een Russische vorst was. Zijn bloem is donker paars, bijna tegen het zwarte aan en heeft een witte kuif. De plant kan wel acht meter hoog worden en hij lijkt een beetje op de Reizigerspalm (Ravenala madagascariensis) die ook tot de Strelitziafamilie behoord. Dit is een immense waaiervormige plant die ik zeker nog eens ga beschrijven.
Bloem Strelitzia nicolai
Bloem Strelitzia reginae
In het begin van dit blog benoemde ik de hoofdfamilie van de Strelitzia, de Gemberfamilie. Een bijzondere overeenkomst van deze familie is de bestuiving.
Ze worden bijna allemaal bestoven met de hulp van kleine vogeltjes via hun kromme snaveltjes, de Sunbird en de Kolibrie. Deze vogeltjes kunnen gemakkelijk bij de nectar komen, dit is de rede dat je bij onze kuipplanten bijna nooit bevruchte zaaddozen te zien krijgt.

Net als de Banaan, heeft de Strelitzia vocht doorlatende grond nodig, houdt van rijkelijk bemeste grond (het liefst vloeibaar, makkelijk opneembaar) en heeft voldoende vocht nodig. Bij het overwinteren van de Strelitzia moet er rekening gehouden worden met de vochthuishouding en de temperatuur. De temperatuur mag in ieder geval niet lager zijn dan tien graden en één keer per week een beetje water.
Het is namelijk een groenblijvende plant die zich voorbereid op de zomer met een nieuwe bloeiperiode. Ook is het belangrijk om hem na één of twee jaar te verpotten. Meestal is dit wel te zien, omdat hij zich met zijn dikke vleesachtige wortelstokken zo de pot uit drukt.

Een laatste tip die ik mee kan geven, is het geven van water in de winter.
Wanneer u de wijsvinger in de grond drukt en er weer uit haalt, mag het topje van de vinger vochtig aanvoelen. De grond moet dan een klein beetje blijven kleven aan uw vinger.

woensdag 12 september 2012

Brugmansia

Brugmansia – Engelentrompet

Ik vind het altijd leuk om over planten te praten, vooral naar aanleiding van vakantiefoto’s die ik te zien krijg. Als vrienden en kennissen op vakantie gaan, vraag ik altijd of ze voor mij mooie plantenfoto’s kunnen maken. Een vriend van mij heeft een relatie met een Ecuadoraanse en ik vroeg om haar favoriete plant.
Zij benoemde een struik  met grote witte hangende bloemen en hij stond bij haar achter in de tuin. In Ecuador noemen ze hem de ‘Bell Plant’. Ik had twee planten in mijn hoofd die het konden zijn, namelijk de Datura en de Brugmansia.

De Datura (Doornappel) en de Brugmansia (Engelentrompet) komen beide uit de Nachtschadefamilie (Solanaceae). Deze familie staat bekend om zijn giftigheid, bekende planten uit deze familie zijn de Tomaat, Paprika, Aubergine en de Aardappel.
De struik die bij haar achter in de tuin stond, was overigens de Brugmansia.
In Nederland zijn vele cultivars verkrijgbaar als kuipplant, de Datura meestal als vaste plant wat meteen het verschil aantoont tussen de twee soorten.
Zaaddozen Datura
Datura
De kenmerken van de Datura zijn vooral zijn stekelige zaadbollen (zie foto), hier heeft hij ook zijn geslachtsnaam aan te danken. In het Arabisch betekent Datura ‘steken’. Vermeerderen door middel van zaad is heel eenvoudig bij deze plant.
Het is een vaste plant, dus niet éénjarig. Overwinteren in ons klimaat kan, met een beetje geluk komt hij de winter door op een niet al te warme plek binnenshuis.
De trompetbloemen van de Datura staan rechtop en zijn scheuten verhouten bijna niet.

Als we nu kijken naar de Brugmansia, is het grote verschil dat zijn bloemen vrijwel allemaal hangen, het is een struik, krijgt gladde zaadbollen en het vermeerderen gebeurd meestal door stekken. Doordat de Brugmansia veel gekruist is om grotere, dubbele en kleurrijkere bloemen te krijgen, vormt hij weinig zaadbollen.
Anders dan de Datura die makkelijk en veel zaden vormt, komt de Brugmansia niet soortecht terug.

Door deze verschillen is rond de achttiende eeuw het geslacht van de Datura opgesplitst in de geslachten Brugmansia en Datura. Brugsmansia heeft iets Nederlands in zijn naam, hij is vernoemd naar de Nederlandse hoogleraar/ botanist Professor Brugmans. Soms denk ik wel eens dat benamingen van geslachten een woordspeling is, omdat geslachtsnamen meerdere betekenissen kunnen hebben.
De naam Brugmansia betekent letterlijk ‘struik van de waarzeggerij’, geen idee of dit toeval is. Als kuipplant is het een opvallende, kleurrijke plant die de hele zomer doorbloeit. Let er wel op dat hij voldoende water en voedingsstoffen krijgt, bloeien kost veel energie. Wanneer mijn kuipplanten naar buiten gaan na de winter, geef ik ze een paar van die handige voedingskegels. Voor het overwinteren geldt hetzelfde als de Datura.
Brugsmansia
Bloem Brugmansia
De Brugmansia staat in Midden-Amerika bekend om zijn alkaloïden. Dit zijn stoffen die planten aanmaken tegen vraat. Ze zijn vaak giftig en geven een bittere smaak, maar daar was het in die landen niet om te doen. In deze landen wordt hij ook wel eens de Colombiaanse drugsplant genoemd. Er is mij verteld dat toeristen gewaarschuwd worden voor het kopen van bijvoorbeeld kranten op straat.
Een beetje stof uit de bladeren en zaden van de plant, blazen zij vanaf de krant in het gelaat. Je raakt in een soort trance en begint te raaskallen, als je bijkomt ben je beroofd. De Datura heeft ook zo’n effect, maar dan heftiger en intenser.
Stammen uit de Amazone gebruiken deze plant nog steeds in sjamanistische rituelen.

Als tip kreeg ik ook nog mee dat deze vorm van beroven meer in landen als Colombia gebeurd dan bijvoorbeeld in Ecuador.

woensdag 5 september 2012

Opuntia

Opuntia – Schijfcactus

Cactussen behoren niet tot mijn favorieten, maar dit is toch wel een hele mooie. Niet iedereen is even blij met dit geslacht, in Australië en Afrika worden ze soms als onkruid beschouwd. Tijdens mijn reis door Zuid-Afrika kwam ik hem tegen in het Addo Elephant Park, olifanten zijn gek op zijn vijgen/ vruchten.
Hij stond langs een weg met vrij hoge begroeiing waar je niet uit mocht stappen. Ondanks mijn slangenfobie, moest en zou ik de foto nemen. Dit geeft wel een beetje mijn passie voor de plantenwereld weer.
Opuntia ficus indica
Bloem Opuntia ficus indica
Eén van de bekendste, vooral door zijn vruchten, is de Opuntia ficus indica.
Zijn typerende kenmerken zijn platte ovale schijven die op elkaar groeien en vol zitten met stekels en weerhaakjes. Hij krijgt prachtige geel/ oranje bloemen aan de rand van zijn schijven. Opunta is vernoemd naar de oude Griekse stad Opontus en ‘ficus indica’ naar zijn vruchten dat letterlijk vijg uit India` betekend.
Het oorspronkelijke leefgebied van de Opuntia is Mexico, maar omdat hij vrij gemakkelijk gestekt kon worden, zie je hem nu bijna overal ter wereld.
Het begon als een onschuldig tuinplantje, maar werd de schrik van iedere boer in Australië. Iedereen kent het biologisch bestrijden van een plaag, denk maar aan de konijnenziekte (mixomatose) in Australië. In dit zelfde Australië hebben ze deze Cactus proberen te bestrijden met een bepaalde mot die alle vruchten liet verschransen door zijn larven. Biologisch bestrijden gaat natuurlijk niet altijd goed en is vaak onnatuurlijk, andere planten werden ook aangetast door deze mot.
Ter informatie ging het hier om de Opuntia stricta.

Vooral de Opuntia ficus indica wordt gebruikt om zijn vruchten, u heeft ze misschien wel eens in een Turks of Chinees winkeltje zien liggen. De vruchten, ook wel Prickly Pears genoemd, zijn zoetzurig en melig. De buitenkant van de vruchten wordt ontdaan van hun stekeltjes en meestal lepelt men het vruchtvlees eruit.
In Mexicaanse gerechten en alcoholische dranken vindt men ze veel terug, in Nederland vooral in nagerechten. In Afrika  worden ze ook wel eens toegepast als haag tegen indringers. De Opuntia kent ook nog een schildluis die sap uit de plant onttrekt. Het karmijnzuur dat de luizen produceren is een afschrikmiddel tegen roofdieren en bevat een (karmijn) rode kleurstof.
Opuntia vulgaris
Slakkenvraat
Hier in Nederland kennen wij de Opuntia meestal als kamerplant, maar als kuipplant wordt hij al populairder. Dit jaar heb ik de Opuntia vulgaris geplant die enige vorst kan verdragen. Iets dat mij verbaasde is een ander onuitstaanbaar roofdier die gaten vreet in de vooral jonge ‘schijven’. Het is de naaktslak die al meerdere planten in mijn tuin heeft doen verdwijnen. Naaktslakken produceren tot wel achthonderd eitjes en hebben bijna geen natuurlijke vijanden door hun dikke kleverige slijmlaag.
Het enige wat werkt tegen deze slakken en geen andere beesten kan schaden, is bier in een bakje waarin ze verdrinken. Dit is de milieuvriendelijkste en humaanste manier.

Hoewel ik de Opuntia in de volle grond heb gezet, wil het niet zeggen dat hij de winter overleeft. Het is een probeersel, maar ik zal hem goed af moeten dekken met iets van een vorst werende zak. Wilt u hem wel in de volle grond zetten, plant de cactus met pot en al, zodat u hem er gemakkelijk uit kan halen voor de vorstperiode. Eigenlijk net als een kuipplant.