maandag 25 november 2013

Ravenala madagascariensis – Reizigerspalm

Ravenala madagascariensis – Reizigerspalm

Een banaanachtige palmboom die ik altijd al heb willen fotograferen is de Reizigerspalm. Het is een indrukwekkende plant die erg opvalt in het landschap.
Hij komt oorspronkelijk uit Madagaskar en de oostkust van Afrika. Ik heb hem gefotografeerd in Gambia, waar ik hem veelvuldig tegen kwam. Zijn gehele naam zegt dat hij afkomstig is uit Madagaskar, Ravenala is een oude volksnaam uit dit gebied en zijn soortnaam zegt al genoeg. De naam Reizigerspalm heeft meerdere betekenissen. Hij zou reizigers geluk wensen op hun tocht, de bladoksels zouden hen van water voorzien en de stand van de boom zou de richting aangeven hoe zij zouden moeten lopen. Er bestaat in het taxonomisch systeem maar één soort van het geslacht Ravenala, hoewel ik hier mijn twijfels over heb. Er bestaat namelijk nog een palm met de zelfde gelijkenissen in Zuid-Amerika, genaamd Phenakospermum guianense. Zijn synoniem was ooit Ravenala guianense die ik liever aanhoud vanwege de grote overeenkomsten van deze twee geslachten. Ook zijn zij beiden afkomstig uit de Paradijsvogelbloemfamilie (Strelitziaceae), de bloeiwijze van deze familie is het zelfde.

De Ravenala is een snelle groeier en kan wel dertig meter hoog worden. In het begin groeit hij net als een Strelitzia en vormt bladeren in het midden van een brede schacht. De buitenste bladeren worden door de nieuwe bladeren weg gedrukt, langzamerhand ontwikkelt hij zo zijn ronde stam waar de oude bladmerken nog steeds zichtbaar zijn. Net als de meeste banaanachtigen zijn de bladeren niet erg bestand tegen de wind. Na verloop van tijd beginnen de bladeren te rafelen.
Ook heeft de stam de eigenschappen van een Palm, bij harde wind geeft de stam mee en zorgt ervoor dat hij niet omwaait. De bloemen worden bestoven door vogels en insecten en hebben een erg zoete geur. In Madagaskar heeft hij nog een andere bijzondere bestuiver, de Lemuur die ook afkomt op de zoete geur. De zaden zijn blauw en men haalt hier suikers uit die een aparte smaak geven. Verder worden de enorme bladeren veel gebruikt als dakbedekking. Jammer genoeg is hij totaal niet geschikt voor ons klimaat als kuipplant, maar hij zou dan ook een hoop ruimte nodig hebben.

dinsdag 12 november 2013

Steriphoma paradoxa

Steriphoma paradoxa

Bij een bezoek aan de Leidse Hortus had ik het geluk om een apart bloeiende plant aan te treffen. Helaas kan ik weinig over deze plant vertellen, omdat hier niet veel over bekend is. Wel kan ik u verblijden met mooie bloeiende foto’s. We hebben het over de Steriphoma die niet veel soorten kent. Het is een zeldzame plant, paradoxa zegt dit al in het Grieks, zeldzame plant. Deze zeldzame plant komt uit Zuid-Amerika , om precies te zijn Venezuela.
De Steriphoma kan zo’n vier meter hoog worden en komt uit de Kappertjesfamilie (Capparaceae). Zijn synoniem is Capparis paradoxis, maar er is bijna niets bekend over deze plant dat wij er nog weinig over weten. De Steriphoma heeft lange lancetvormige bladeren, die wel steun zoeken van de omliggende begroeiing. Zijn bloeiwijze is spectaculair met lange meeldraden en een opvallend diepe kleur. De vruchten van de peulen die eraan komen zijn eetbaar en al wilt u hem zaaien, dat gaat gemakkelijk. Boven de tien graden is hij prima geschikt als kuipplant. Over twee weken zal mijn blog gaan over specifieke planten uit Gambia.

woensdag 6 november 2013

Colutea arborescens – Europese Blazenstruik

Colutea arborescens – Europese Blazenstruik

Een struik die veel weg heeft van de Cassia/ Senna door zijn geveerde blad, is de Colutea of Blazenstruik. Ze zijn beiden afkomstig uit de Vlinderbloemigenfamilie (Leguminosae/ Fabaceae). Het karakteristieke van deze familie is de bloeiwijze, één groot kroonblad met daaraan twee kleinere kroonbladeren en een vergroeid kroonblad. Ook is de familie bekend door zijn peulvruchten (Leguminosae) en de bestuiving door bijen en vlinders (Fabaceae). Tevens hebben de meeste geslachten uit deze familie het kenmerk dat ze stikstof bindend zijn. Er bestaan ongeveer zevenentwintig soorten van het geslacht Colutea. De bekendsten hieruit zijn de Colutea arborescens, Colutea orientalis en de kruising hiervan Colutea x media. De Colutea arborescens is inheems in het zuiden van Europa en Noord-Afrika.

De naam Colutea komt van het woord Kolotea dat houtachtige struik met peulen betekent, arborescens is Latijn voor boomachtig. Het is een bladverliezende struik die bloeit op eenjarig hout  van het voorjaar tot het najaar. Hij kan zo’n drie meter hoog worden, meestal wordt hij gebruikt in bosschages vanwege zijn snelle groeiwijze. Ook wordt hij veel aangeplant op hellingen, omdat hij met zijn breed uitgaande wortelgestel de grond goed vasthoudt en erosie tegen gaat. In de vijftiende eeuw scheen hij veel geteeld te worden, vermoedelijk voor het maken van medische middelen. Wel is bekend dat zijn bladeren gebruikt worden voor problemen met de stoelgang.

Het blad van de Colutea is oneven geveerd en heeft een diepgroene kleur.
De meeste soorten bloeien geel of oranje, de Colutea arborescens bloeit geel en heeft in het midden van zijn grote kroonblad een oranje honingmerk om bijen en insecten aan te trekken. Na de bestuiving vormt hij een opgeblazen peulvrucht van wel acht centimeter en lijkt op een blaasje. Dit blaasje creëert hij door het produceren van een bepaald gas en blaast zich hiermee vol. Het omhulsel verkleurt na een tijdje naar roodbruin. Wanneer het omhulsel verschrompelt zijn de zaden rijp en vallen op de grond. De zaden zijn overigens giftig en ontkiemen vrij gemakkelijk. Standplaats eisen heeft hij niet echt, maar op een zonnige warme plaats zal hij rijkelijker bloeien. Ook is hij goed winterhard, er wordt gezegd dat hij de min twintig graden overleeft. Wel kunnen de uiteinden iets invriezen, dode delen kunnen makkelijk weggenomen worden, vooral omdat hij op eenjarig hout bloeit. Hoewel het een sierlijke struik is, raad ik wel af om hem in een sierborder te planten. Door zijn ver uitgroeiende wortelgestel ontneemt hij veel voeding uit de bodem, planten erom heen hebben hier last van.