woensdag 26 maart 2014

Antigonon leptopus – Koraalklimmer

Antigonon leptopus – Koraalklimmer

De Antigognon leptopus is een ontzettende rijke felle bloeier. Deze tropische klimmer is niet altijd zo geliefd ondanks zijn sierwaarde. In sommige delen van Amerika wordt hij als onkruid beschouwd en zelfs als schadelijk plant. Dit komt vooral omdat hij gedijt op elke standplaats, hij kan arme grond verdragen en zelfs schaduw. Hij is afkomstig uit Mexico en is geƫxporteerd naar meerdere tropische landen. Zijn geslachtsnaam betekent letterlijk tegenovergestelde hoek, zijn soortnaam met dunne schubben. Hij behoort tot de Polygonaceae (Boekweit- of Duizendknoopfamilie). Deze familie staat bekend om zijn langwerpige hartvormige bladeren en aan het einde van de twijg een bloemsteel met clusters bloemen.
Van het geslacht Antigonon bestaan drie soorten, namelijk de Antigonon leptopus, Antigonon flavens (Wit), Antigonon guatemalense (lichtroze). Over het algemeen bloeit de Antigonon leptopus roze, maar er bestaat ook een wit bloeiende variant.

Hij groeit langs bosranden en oevers, zijn ranken kunnen wel meer dan dertig meter lang worden. De plant bestaat uit een knol met hierop een dikke onderstam.
Zijn hartvormig langwerpig licht gezaagd blad is twee tot vijftien centimeter lang, de paarse nerven van het blad zijn duidelijk zichtbaar. Bloeien doet hij de hele zomer lang. Zijn pluimachtige bloeiaar bestaat uit meerdere bloemstelen met daarop de bloemknoppen die dicht opeen staan. De bloem bestaat uit vijf bloemblaadjes met acht gele meeldraden en drie stampers. Hij wordt bestoven door insecten en vlinders die op de zoete geur afkomen.
De zaden worden gegeten door verscheidene zoogdieren die voor de verspreiding zorgen. Tevens verspreidt hij zich ook door middel van water, de zaden blijven namelijk drijven. Giftig is de plant niet, zaden worden door de inheemse bevolking geroosterd als een soort popcorn en er wordt meel van gemaakt. De knollen zijn ook eetbaar en de smaak heeft iets weg van zoete aardappel. Medisch gezien wordt hij veel gebruikt tegen hoge bloeddruk, ontstekingen en werkt zelfs anti diabetisch doordat hij de glucosewaarde van het bloed kan verlagen. Extracten van de plant bevatten veel antioxidanten. Ik heb gezien dat zijn zaden via het internet besteld kunnen worden. Hier in Nederland kan hij als kuipplant gehouden worden, maar hij kan beslist niet tegen vorst.

woensdag 19 maart 2014

Jatropha multifida – Koraalplant

Jatropha multifida – Koraalplant

Een struik die over het algemeen in Midden- tot Zuid-Amerika voorkomt, maar tegenwoordig ook in meerdere tropische landen, is de Jatropha multifida.
Ik ben deze struik in Gambia meerdere malen tegen gekomen. De geslachtsnaam die Linnaeus hem gegeven heeft, heeft twee betekenissen. De Griekse vertaling hiervoor is genezend voedsel, Linnaeus doelde denk ik op de tweede vertaling, namelijk in kleine hoeveelheden eetbaar. Alle delen van de plant zijn dan ook giftig. Zijn soortnaam is de vertaling voor het blad, met opvallend diep ingesneden bladeren.
Er bestaan meer dan honderdzeventig soorten van het geslacht Jatropha.
Hij behoort tot de Euphorbiaceae (Wolfsmelkfamilie), een andere bekende uit deze familie is bijvoorbeeld de Kerstster (Pulcherrima). Kenmerkend voor deze familie is de giftigheid en het witte melksap. De Jatropha multifida heeft daarentegen geen wit melksap, maar is roodachtig dat vroeger wel eens gebruikt werd als rode kleurstof. Sommige delen van de plant worden gebruikt als laxerend middel en tegen maagzweren. Een broertje, of zusje van de Jatropha multifida, de Jatropha curcas (Pungeernoot), wordt nu op grote schaal geteeld. De noot wordt gebruikt om biobrandstof van te maken als vervanger van kerosine. In de Verenigde Staten heeft een Boeing al eens gevlogen op deze brandstof.


De Jatropha multifida wordt gemiddeld zo’n drie meter hoog en kan zelfs zes meter hoog worden. Het is een wintergroene struik met diep ingesneden blad, waarvan de onderkant dof grijs is. Over het algemeen bloeit hij de hele zomer.
Zijn schermbloem bevat zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen, de vrouwelijke bloemen bloeien als eerste. De bloemen staan op rode steeltjes met rode bloemknoppen die later open gaan. Zijn bloemenschermen lijken een beetje op koraal, vandaar de naam Koraalplant. De bloemen worden bestoven door vogels en insecten. In Nederland ben ik hem nog niet gezien als kamerplant, maar het kan wel. Als kuipplant kan hij ook gehouden worden, maar beslist niet beneden de vijftien graden.

woensdag 12 maart 2014

Vitex agnus-castus – Monnikspeper

Vitex agnus-castus – Monnikspeper

Een bijzonder struikje die ik nu twee jaar in mijn tuin heb staan is de Vitex agnus-castus. Hij is een zomerbloeier die veel bijen en vlinders lokt in de tuin. Tevens geeft hij tijdens de bloei een heerlijke aromatische geur af. Tijdens het schrijven van dit blog ben ik er achter gekomen dat hij veel wordt gebruikt in de medische industrie.
Dit kan men al ontdekken in zijn naam. De geslachtsnaam heeft meerdere betekenissen, buigzame takken die vroeger gebruikt werden in de mandenmakerij, of het kan levenslustige plant betekenen. Zijn soortnaam (rein-lam) is een symbool van de onschuld en kuisheid, ook wel kuisheidslam genoemd, waarin lam het onschuldige weergeeft. Vroeger gebruikten de monniken dit kruid om de geslachtsdrift tegen te gaan. De bessen lijken en smaken een beetje naar peperkorrels, vandaar de naam Monnikspeper. Hij wordt ook wel Kuisboom genoemd, vanwege de anti-kuisheid. De Vitex wordt tot op heden nog steeds gebruikt als medisch middel bij verschillende hormonale klachten bij de man en vrouw.
De Vitex agnus-castus is afkomstig uit het Middellands-Zeegebied. Er bestaan ongeveer tweehonderdvijftig soorten van dit geslacht. Hij behoort tot de Lamiaceae, de bekende kruiden- en Lipbloemigenfamilie. Soms wordt hij ook wel in de orde Verbenaceae geplaatst. Deze bladverliezende struik wordt hier in Nederland ongeveer twee meter hoog, in warme gebieden zijn exemplaren gevonden van meer dan vijf meter hoog. Zijn blad is grijsgroen en handvormig, bestaande uit vijf tot zeven afzonderlijke blaadjes. In juli begint hij zijn bloeiaren te vormen aan het einde van de twijg, hij bloeit dus op nieuw hout. Net als de Vlinderstruik (Buddleja) is het een vrij open struik en kan hierdoor gemakkelijk aan de voorzijde van de border geplant worden. Hoewel er gezegd wordt dat de Vitex hier matig winterhard is, doet hij het hier prima. Snoeien van planten is nooit verstandig in de winter, omdat de planten in een rustperiode zijn en zich dan moeilijker kunnen herstellen.
Snoei daarom deze struik nooit in de winter, net als bij rozen kan hij behoorlijk invriezen en de kans dat hij het dan niet overleeft. Over het algemeen is het een vrij makkelijke plant die weinig eisen stelt aan zijn standplaats, hij houdt alleen niet van natte voeten.

woensdag 5 maart 2014

Cephalanthus occidentalis – Westerse Kogelbloem

Cephalanthus occidentalis – Westerse Kogelbloem

Nog een struikje die wij niet veel zien in de siertuin, is de Cephalanthus occidentalis. Een echte vlinder- en bijen lokker, mede door zijn honingzoete geur. Hij is afkomstig uit de Sterbladigenfamilie, of Koffiefamilie (Rubiaceae). Andere bekende planten uit deze familie zijn dus de Koffieplant (Coffea) en Lieve Vrouwe Bedstro (Galium odoratum). De Cephalanthus kent ongeveer zes soorten, waarvan de Cephalanthus occidentalis de bekendste is. Zijn geslachtsnaam komt van het Griekse woord bloemhoofd en relateert naar de kogelronde bloemen. Hij groeit in Midden-Amerika in struwelen en moerasachtige gronden.
De Cephalanthus is een bladverliezende struik die gemiddeld zo’n drie meter hoog wordt. Zijn blad is lancetvormig met een glanzende bovenkant en rood kleurige bladstelen. Hij bloeit laat in het voorjaar tot laat in de zomer. Zijn bloemen beginnen als groene dichte ronde knoppen die later naar witte uitkomende bloemblaadjes verkleuren. Daaruit komen de lange witte meeldraden tevoorschijn met een gele helmknop. De bloem heeft iets weg van een speldenkussen. Tijdens de rijping van de zaden verkleuren de kogelachtige bloemen naar donkerpaars. Wanneer hij in de herfst zijn blad verliest, zijn de nu bruin geworden zaadbollen rijp en vallen uiteen. De Cephalanthus is in Nederland jammer genoeg moeilijk verkrijgbaar. Hij is redelijk winterhard, maar bij strenge vorst doet u er verstandig aan hem te beschermen om vorstschade te voorkomen. Hij verdraagt geen droge standplaats en houdt van een natte grond. Een plekje bij de vijver is de ideale plaats voor hem.