Cephalanthus occidentalis – Westerse Kogelbloem
Nog een struikje die wij niet veel zien in de siertuin, is de Cephalanthus occidentalis. Een echte vlinder- en bijen lokker, mede door zijn honingzoete geur. Hij is afkomstig uit de Sterbladigenfamilie, of Koffiefamilie
(Rubiaceae). Andere bekende planten uit deze familie zijn dus de Koffieplant
(Coffea) en Lieve Vrouwe Bedstro
(Galium odoratum). De Cephalanthus kent ongeveer zes soorten, waarvan de Cephalanthus occidentalis de bekendste is. Zijn geslachtsnaam komt van het Griekse woord bloemhoofd en relateert naar de kogelronde bloemen. Hij groeit in Midden-Amerika in struwelen en moerasachtige gronden.
De Cephalanthus is een bladverliezende struik die gemiddeld zo’n drie meter hoog wordt. Zijn blad is lancetvormig met een glanzende bovenkant en rood kleurige bladstelen. Hij bloeit laat in het voorjaar tot laat in de zomer. Zijn bloemen beginnen als groene dichte ronde knoppen die later naar witte uitkomende bloemblaadjes verkleuren. Daaruit komen de lange witte meeldraden tevoorschijn met een gele helmknop. De bloem heeft iets weg van een speldenkussen. Tijdens de rijping van de zaden verkleuren de kogelachtige bloemen naar donkerpaars. Wanneer hij in de herfst zijn blad verliest, zijn de nu bruin geworden zaadbollen rijp en vallen uiteen. De Cephalanthus is in Nederland jammer genoeg moeilijk verkrijgbaar. Hij is redelijk winterhard, maar bij strenge vorst doet u er verstandig aan hem te beschermen om vorstschade te voorkomen. Hij verdraagt geen droge standplaats en houdt van een natte grond. Een plekje bij de vijver is de ideale plaats voor hem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten