woensdag 28 november 2012

Podranae – Roze Trompetbloeier

Podranae – Roze Trompetbloeier

In mijn blog over de Tecoma van augustus, heb ik over de vele geslachtsnamen van deze plant geschreven. Dit jaar heb ik een roze trompetbloeier gefotografeerd in een Botanische tuin. Ik had deze plant niet eerder gezien, maar ik kon wel zien dat hij uit de Bignoniaceae (Trompetboomfamilie) familie komt. Al eerder beschreef ik in een blog dat de bloeikleur van de Tecoma en de Campsis altijd geel- of roodkleurig zijn. De Podranae heeft een lilakleurige bloem, maar bloeit en groeit op dezelfde wijze. De reden dat ik het over deze plant wil hebben is dat er hier weinig informatie over te vinden is. Het is een schitterende bloeier en uitermate geschikt als kuipplant.
Podranae ricasoliana
Meestal is de naamgeving van planten in het Grieks, Latijn en soms ook Spaans.
De namen zijn een beschrijving van de plant en hier zit soms een mythologisch verhaal achter. ‘Podranae’ heb ik nergens kunnen vinden in mijn boeken en kwam pas later tot de ontdekking dat het een anagram is van het woord ‘Pandorae’. Iedereen heeft wel eens gehoord over de doos van Pandora, daar is hij dan ook naar vernoemd. De Podranae krijgt na de bloei lange peulen, deze peulen worden ook wel doosvruchten genoemd. Als de zaden rijp zijn, barst de peul (doos) open en de zaden vallen eruit. Het verhaal gaat dat na het openen van de doos van Pandora allerlei rampen ontstaan over de hele wereld. Of er ooit iets is gebeurd na het openen van een peul van de Podranae, weet ik jammer genoeg niet.

Ik ken twee soorten van dit geslacht, namelijk de Podranae ricasoliana en de Podranae brycei. Hoewel ze allebei erg op elkaar lijken, hebben ze van oorsprong verschillende standplaatsen. De eerste en de bekendste, de Podranae ricasoliana, komt uit de Oostkaap en kan dan ook goed tegen zilte lucht. Dit soort is vernoemd naar de eerste curator van de Botanische Tuin in Durban. Waarschijnlijk is de heer Ricasoli een hoogstaand man geweest, er zijn veel soorten naar hem vernoemd.
De tweede, de Podranae brycei, ook wel de Zimbabwaanse Kruiper genoemd, komt uit Zimbabwe en Namibië. Zijn soortnaam heeft hij te danken aan een bergbeklimmer die planten verzamelde.
Podranae ricasoliana
Net als de Tecoma en de Campsis gebruikt hij bomen en struiken als ondersteuning. Later als de twijgen zich verhouten, vormt hij zijn stevigheid. Hij krijgt trossen paars/ lila bloemen die wel uit twintig bloemen kunnen bestaan. Het is een echte doorbloeier en daarom ziet men hem veel terug in het Middellands Zeegebied.
Het is een oersterke plant, heeft weinig nodig om de groeien, maar helaas niet voor ons klimaat bestemd. Hij kan zo’n vijf á zes graden vorst verdragen.

Als u hem als kuipplant op uw terras wilt zetten, het liefst in de volle zon.
Bloeien doet hij dan de hele zomer, zelfs tot aan oktober. Een hele speciale kuipplant en echt een aanrader!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten