Cunonia capensis – Rooi Els
Over sommige planten is maar weinig te vertellen, ondanks de sierwaarde van de plant. De Cunonia is zo’n plant die toch veel in siertuinen wordt aangeplant.Van de Cunonia bestaan ongeveer dertig soorten en hij behoort tot de Cunoniaceae. Deze kleine familie bestaat uit minder dan dertig geslachten die niet zo bekend zijn. De Cunonia capensis heeft naar mijn mening veel weg van de Prunus lusitanica, Portugese Laurierkers. Dit komt vooral door zijn aarvormige bloeiwijze en zijn glanzende blad. De geslachtsnaam heeft hij te danken aan een Duitse soldaat en groot plantliefhebber, genaamd Cuno. Hij had een prachtige tuin in Amsterdam, waar hij aparte gewassen kweekte. De meeste soorten van het geslacht Cunonia groeien in Nieuw-Caledonië, een eilandengroep gevestigd ten oosten van Australië. De enige soort van het geslacht Cunonia, Cunonia capensis, groeit in de vochtige bossen van Zuid-Afrika en Mozambique. Zijn soortnaam zegt het eigenlijk al, capensis dat van de Kaap betekent. De Zuid-Afrikaanse naam Rooi Els heeft te maken met zijn houtstructuur die erg lijkt op de Alnus, letterlijk vertaald Rode Els. Een andere naam voor dit soort is Boterlepelboom. Nieuwe bladeren die nog gevormd moeten worden zijn omsloten door ellipsvormige steunblaadjes die op een lepel lijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten