woensdag 24 juli 2013

Tropaeolum majus – Oostindische Kers

Tropaeolum majus – Oostindische Kers

Een dankbaar plantje dat binnen de kortste keren de hele tuin opfleurt is de Oostindische Kers. Het is een eenjarige die zichzelf gemakkelijk uitzaait of laat zaaien. Hij is inheems in Midden-en Zuid-Amerika waar hij bevrucht wordt door de Kolibrie. In het Latijn betekent zijn naam trofee die hij heeft gekregen van de plantendeskundige Linnaeus. Een Grieks gebruik was het verzamelen van wapens na een overwinning die zij zagen als een trofee. De bladeren van de Tropaeolum beelden de schilden uit en de bloemen de helmen besmeurt met bloed.
Majus betekent in het Latijn mei dat te maken heeft met de bloeitijd.

Er bestaan zo’n tachtig soorten van het geslacht Tropaeolum. De meeste soorten zijn klimmers of bodembedekkers, andere soorten zijn weer iets compacter. Tevens bestaan er verscheidene cultivars met dubbele en gevlekte bloemen.
De bloemen zijn hermafrodiet, dus bevatten zowel de mannelijke als de vrouwelijke delen van de bloem. Kenmerkend is de trechtervormige nectarbuis achter de bloem. De Tropaeolum majus kan men gemakkelijk tegen een rek laten groeien en vormt meterslange ranken. Het is een snelle groeier met een opvallend felle bloeiwijze, zo heeft u snel een fleurig hoekje waar men de hele zomer plezier van heeft. Ook is het een vrij sterke plant, wanneer een rank afbreekt blijft hij zelfs nog een tijdje doorbloeien.

Een ander kenmerk van de plant is dat hij het stofje mysorin in zich heeft. Hierdoor laten slakken het blad met rust en hebben mieren er een hekel aan. Verder ziet men hem veel op volkstuinen, hij trekt luizen, rupsen en andere schadelijke insecten aan. Zo laten ze de groente planten met rust, met het voordeel dat het er nog leuk uit ziet ook. Over groente gesproken, de bloem en het blad wordt ook wel gebruikt in salades. Het heeft een peperachtige smaak en lijkt qua smaak een beetje op de Waterkers (Rorippa) en de Tuinkers (Lepidium). Vandaar ook de naam Oostindische Kers. Bij andere soorten van de Tropaeolum worden de rijpe vruchtjes in azijn gelegd, waardoor het een soort kappertjes worden. Volksstammen in de gebieden rond Bolivia gebruiken de plant tegen infecties en bij wondgenezing. Eigenlijk is het een heel dankbaar plantje dat overal wel inzetbaar is.

1 opmerking: