Strelitzia – Paradijsvogelbloem
De Strelitzia behoord tot de Bananenfamilie
(Musaceae). De grootste overeenkomst
tussen de Strelitzia en de Musa
(-familie) zijn de bladeren die uit
bladscheuten komen en de vleesachtige rizomen
(ondergrondse wortelstokken). In
mijn blog over de Musa benoemde ik deze familie ook al, met als hoofdfamilie de
Zingiberales
(Gemberfamilie).
De meeste van ons kennen de Strelitzia als snijbloem en ze worden tegenwoordig
volop geteeld in de kas. Zelf heb ik twee planten in de huiskamer staan, maar
voor de bloemen moet ik nog even geduld hebben. Als kuipplant is hij zeer
populair, vooral bij kasteeltuinen en oranjeries staan ze in de zomer buiten.
Bij
specialistische kwekerijen zijn ze te koop, sporadisch kom je ze tegen in een
tuincentrum.
|
Bloem Strelitzia reginae |
|
Strelitzia reginae |
Oorspronkelijk komt de plant uit Zuid-Afrika, maar is in de VOC periode naar
veel landen verscheept. Zo komt hij ook aan zijn naam, vernoemd naar de
echtgenote van George de derde, een Engelse koning. Zijn vrouw, genaamd
Mecklenburg-Strelitz was in de achttiende eeuw
een amateur plantendeskundige.
De bekendste soort, de Strelitzia reginae, is
het meest geschikt als kuipplant.
Zijn tweede naam betekend ook nog eens
koningin.
Naar mijn weten bestaan er vijf soorten, zonder de cultivars mee te rekenen.
Voorheen vielen de Strelitzia reginae en de Strelitzia juncea onder één naam,
namelijk de Strelitzia parvifolia. De Strelitzia juncea is een kleiner soort en
onderscheidt zich door zijn blad
(zie onderstaande foto). Hij heeft dezelfde bloeiwijze als
de Strelitzia reginae, maar heeft een biesachtig blad. Vandaar ook zijn
soortnaam ‘juncea’ dat biesgelijkend betekend. Strelitzia wordt in Zuid-Afrika
ook wel de Kraanbloem genoemd, de bloem heeft ook wel iets weg van een
Kraanvogel.
|
Strelitzia juncea |
|
Uitgebloeide Strelitzia juncea |
De grootste soort van het geslacht Strelitzia is de Strelitzia nicolai. Er is
enige verwarring over de naamgeving ‘nicolai’, laten we het erop houden dat het
een Russische vorst was. Zijn bloem is donker paars, bijna tegen het zwarte aan
en heeft een witte kuif. De plant kan wel acht meter hoog worden en hij lijkt
een beetje op de Reizigerspalm
(Ravenala madagascariensis) die ook tot de
Strelitziafamilie behoord. Dit is een immense waaiervormige plant die ik zeker
nog eens ga beschrijven.
|
Bloem Strelitzia nicolai |
|
Bloem Strelitzia reginae |
In het begin van dit blog benoemde ik de hoofdfamilie van de Strelitzia, de
Gemberfamilie. Een bijzondere overeenkomst van deze familie is de bestuiving.
Ze worden bijna allemaal bestoven met de hulp van kleine vogeltjes via hun kromme
snaveltjes, de Sunbird en de Kolibrie. Deze vogeltjes kunnen gemakkelijk bij de
nectar komen, dit is de rede dat je bij onze kuipplanten bijna nooit bevruchte zaaddozen
te zien krijgt.
Net als de Banaan, heeft de Strelitzia vocht doorlatende grond nodig, houdt van
rijkelijk bemeste grond
(het liefst vloeibaar, makkelijk opneembaar) en heeft
voldoende vocht nodig. Bij het overwinteren van de Strelitzia moet er rekening
gehouden worden met de vochthuishouding en de temperatuur. De temperatuur mag in ieder geval niet lager zijn dan tien graden en één keer per week een beetje water.
Het is namelijk een
groenblijvende plant die zich voorbereid op de zomer met een nieuwe
bloeiperiode. Ook is het belangrijk om hem na één of twee jaar te verpotten.
Meestal is dit wel te zien, omdat hij zich met zijn dikke vleesachtige
wortelstokken zo de pot uit drukt.
Een laatste tip die ik mee kan geven, is het geven van water in
de winter.
Wanneer u de wijsvinger in de grond drukt en er weer uit haalt, mag
het topje van de vinger vochtig aanvoelen. De grond moet dan een klein beetje
blijven kleven aan uw vinger.