Lupinus albifrons – Zilveren Struik Lupine
De Lupine kennen wij allemaal wel als vaste plant, er bestaan meer dan tweehonderd soorten. Het geslacht is onder te verdelen in de tweejarige, de vaste en de struik Lupine. De Lupinus albifrons valt onder de Struiklupine. De Latijnse betekenis van Lupinus is wolf, deze naam heeft hij gekregen vanwege zijn behaarde peulen. Zijn soortnaam kan twee betekenissen hebben, het witte kelkblad van de bloem, of de witte gloed die hij over zijn blad heeft. De Lupinus valt onder de familie van de vlinderbloemigen, Fabaceae. Deze familie staat bekend om zijn peulen en om de eigenschap dat zij stikstof kan binden uit de lucht. Over het algemeen trekken de meeste geslachten uit deze familie veel vlinders aan, soms komt men dan ook wel de familienaam Papilionaceae tegen. Van de Lupinus albifrons zijn ongeveer vijf variëteiten bekend.De Lupinus albifrons komt inheems voor in Californië, in weilanden en bosranden. Droogte kan hij heel goed weerstaan, door zijn brede wortelgestel wordt hij vaak aangeplant in heuvels om de grond vast te houden. Het is een groenblijvende struik die anderhalf tot drie meter hoog wordt. Zijn blad is niet zo fel groen als de vaste planten die wij hier kennen. Het blad is handvormig geveerd met een witgrijze gloed over zich heen. Zaailingen van de plant bevatten veel alkaloïden in zich, hiermee beschermen ze zich tegen vraat. Een alkaloïde is een binding van stikstof die een bittere smaak heeft en meestal ook giftig is. De Lupinus albifrons bloeit vroeg in het voorjaar tot in de zomer. De soort op de foto is een lichtblauwe bloem met een wit kelkblad, de andere variëteiten bloeien van violet tot paars. Na de bestuiving vormen zich grijs behaarde peulen. De peulen zijn eetbaar, ze zijn een beetje melig en bevatten veel eiwitten. Speltbrood bevat bijvoorbeeld gemalen peulen van de Witte Lupine.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten