woensdag 8 oktober 2014

Leucospermum cordifolium – Rood Speldenkussen

Leucospermum cordifolium – Rood Speldenkussen

Iedereen die wel eens op vakantie is geweest in Zuid-Afrika, vooral aan de kuststreek, heeft het prachtige fynbos wel eens bezocht. Vooral in de zomermaanden zijn de ‘berghellingen’ bedekt met een kleurig bloemenkleed. Jammer genoeg is hier tegenwoordig ook al sprake van klimaatverandering en men probeert met alle macht het fynbos in stand te houden. Eén van de bekendste planten die hier staan, zijn de gelachten uit de Proteafamilie (Proteaceae).
Deze familie bestaat uit zo’n tachtig geslachten en wel zeventienhonderd soorten. De geslachten uit de Proteafamilie behoren niet voor niets tot deze familie.
Proteus was een Griekse zeegod die zich kon veranderen van vorm en uiterlijk.
De meeste Proteaceae geslachten verschillen onderling van blad- en bloemvorm, tevens veranderen zij van vorm en uiterlijk gedurende de seizoenen.
Het geslacht Leucospermum kent ongeveer vijftig soorten. Het grootste kenmerk van de soorten is de bloeiwijze die op een speldenkussen lijkt. De naam Leucospermum komt uit het Grieks en betekent letterlijk wit zaad. Zijn soortnaam cordifolium betekent met hartvormige bladeren. Hij is afkomstig uit Zuid-Afrika en groeit langs de rotsachtige hellingen aan de kust, waar de Indische- en Atlantische zee het specifieke klimaat bepalen. Het is een groenblijvende struik die vijf meter hoog kan worden. Meestal groeit hij breeduit met lange twijgen, waar zich aan het uiteinde de bloem vormt. Bloeien doet hij in de zomermaanden en hij wordt door insecten en kleine honingvogels bestoven. Het begint met een compacte bloemknop die verkleurt, waarna de buitenste meeldraden/vruchtbeginsels zich uitvouwen van buiten naar binnen. De bloem bestaat uit clusters en elke cluster bestaat uit een vruchtbeginsel, korte stijl met daaruit een lange meeldraad. Hij is overigens niet zelf bestuivend. Het blad en het uiteinde van de twijg zijn licht behaard en voorzien van een waslaag die hem beschermt tegen de zoute zeewind. Het blad staat tegenover gesteld en wijst naar boven langs de twijg, het uiteinde is licht gelobd.
Een belangrijk kenmerk van de Leucospermum ten opzichte van de andere geslachten uit de Proteafamilie, is dat de bloem niet beschermt wordt door bloem- en kelkbladeren. De bloem komt men tegenwoordig veel tegen in bloemenwinkels. Hij wordt veel geteeld in Afrika, Australië en Israël als snijbloem. Bloemisten geven hem vaak de naam Nutan, maar deze naam is afkomstig van de Leucospermum nutan en heeft gele meeldraden met een oranje hartje. De Leucospermum cordifolium is hier nog niet verkrijgbaar als kuipplant, heel soms een ander Proteaceae geslacht. Het zaad is wel volop verkrijgbaar, zelf heb ik verschillende soorten mee genomen uit Zuid-Afrika, maar ik heb ze nog niet gezaaid. Wilt u ze zaaien, de zaadschil is erg hard, het zaad moet geweekt worden in water met een deel peroxide. In Zuid-Afrika kreeg ik de tip om hem op te kweken in zure grond, voorzien van een aslaag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten