Rhaphiolepsis indica – Indische Meidoorn
Een groenblijvend struikje die steeds meer in onze tuincentra te vinden is, is de Rhaphiolepsis indica. Hij kan op een warme, goed vocht doorlatende plek in de tuin geplant worden, of als kuipplant. Van dit soort zijn er tegenwoordig al meer cultivars op de markt, vaak zien we hem roze bloeiend, maar er bestaat ook een witte variant. Hij behoort tot de Rozenfamilie (Rosaceae), waar bijvoorbeeld de Meidoorn ook toe behoort. De naam Rhaphiolepsis betekent letterlijk naaldschubben, waarschijnlijk heeft dit met de fijne bladsteeltjes te maken. Soms komt men de naam Raphiolepsis tegen, een foute spelling, want raphi verwijst naar raap.Zijn soortnaam indica betekent Indiaans en geeft aan dat de plant uit het verre oosten komt. Er bestaan ongeveer vijftien soorten van dit geslacht, de Rhaphiolepsis indica en de Rhaphiolepsis umbellata zijn de bekendste.
Zijn bloemtrossen staan aan het einde van de scheut. De bloemen zijn tweeslachtig, hebben vijf kelkbladeren en vijf kroonbladeren, de kroonbladeren zijn overigens niet altijd aanwezig. Hij heeft een oneven aantal meeldraden, het aantal zelf is verschillend per bloem, dit kunnen er wel meer dan twintig zijn. De bloemen zijn licht geurig, aantrekkelijk voor bijen en vlinders. Na de bloei vormen er zich paarse harde bessen, deze zijn eetbaar, in China wordt hier vaak jam van gemaakt.
Tevens wordt hij in de Aziatische landen veel gebruikt als bonsai, vooral omdat zijn takkengestel hier uitermate geschikt voor is. De Rhaphiolepsis indica is geschikt voor in de volle grond, mits hij op een beschutte warme plek staat. Net als meerdere geslachten uit de Rozenfamilie is hij wel bevattelijk voor bladschimmels, goed bijmesten is daarom een pre.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten