maandag 5 augustus 2013

Aesculus parviflora – Herfstpaardenkastanje

Aesculus parviflora – Herfstpaardenkastanje

Een boom die wij hier in Nederland allemaal wel kennen isde Paardenkastanje (Aesculus hippocastanum). Zo ong. tien jaar geleden waren de plantkundigen bang voor het uitsterven van deze boom. Via de luchtstroom vanuit Italië ontstond er een ziekte in de Kastanjes. Gelukkig hebben de meeste bomen de ziekte overleefd en zich hiertegen gewapend. Naar mijn weten is er in dat jaar een bladmineerder plaag geweest. Dit is een beestje die zich tussen de bovenste en onderste laag van het blad bevindt. Door de openingen in de boom , ontstaan door deze bladmineerder, is de boom zeer vatbaar voor bepaalde schimmels die de sapstroom verstoren.
Dit kon men goed zien aan de vele scheuren in de bast van de boom.
De soortgenoot van de Aesculus hippocastanum, de Aesculus parviflora had hier geen last van.
Aesculus parviflora
Aesculus parviflora
De meeste mensen denken bij de naam Kastanje aan een boom,  maar er bestaan ook twee struikvormen van dit geslacht namelijk de Aesculus pavia en de Aesculus parviflora. Over de laatste soort wil ik het graag hebben, omdat deze  nu prachtig staat te bloeien in mijn tuin. Deze soort wordt Herfstpaardenkastanje genoemd vanwege de late bloeitijd, ook komt men de naam Dwergpaardenkastanje wel eens tegen. In het Latijn betekent zijn geslachtsnaam letterlijk eetbare eikels, zijn soortnaam betekent klein bloemig. Hij komt uit de Paardenkastanjefamilie, genaamd Hippocastanaceae. Dat betekent letterlijk paard/ nijlpaard kastanje, vroeger werden de vruchten van deze boom gegeven aan paarden die last hadden van hun luchtwegen.
De Aesculus parviflora is een bladverliezende struik die zo’n zes meter hoog kan worden, meestal wordt hij hier in Nederland niet hoger dan drie meter. Hij komt uit het zuidoosten van Amerika waar hij groeit aan de randen en hellingen van de bossen. Kenmerkend is het blad dat net iets frisser en gladder is dan de boomsoort. Voor een kleine tuin is het moeilijk hem in toom te houden, het is een breed uitgroeiende struik. Hij is zeer winterhard en staat het liefst op een vochtige plek in de halfschaduw. Wanneer de grond niet vochtig genoeg is kan er bladverbranding ontstaan. In juli/ augustus begint de bloei, aan het einde van de scheut ontstaat een witte open bloei aar. Deze bestaan uit witte bloemblaadjes met lange witte helmdraden, waarbij de helmknoppen roze zijn. De bloemen zijn zeer aantrekkelijk voor bijen en vlinders. Na de bevruchting ontstaan er kastanjes die in het najaar openbarsten. Deze kastanjes zijn echter niet eetbaar en zijn zelfs giftig voor ons. Wilt u de plant vermeerderen, kan dit het beste door het afleggen van een scheut.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten