Prostanthera cuneata – Muntstruik
Een nog niet zo’n bekent struikje die men al vaker tegenkomt in de tuincentra, is de Prostanthera cuneata. Dit soort is overigens het meest winterhard. Hij behoort tot de Lipbloemigenfamilie (Lamiaceae), uit deze familie heb ik al meerdere planten beschreven. Hier behoren de meeste keukenkruiden bij, dit zijn over het algemeen sterk geurende planten. De naam Prostanthera heeft niets met de geur en smaak van de plant te maken. Letterlijk betekent zijn geslachtsnaam meeldraden met aanhangsels en beschrijft hiermee de bloem. De soortnaam cuneata beschrijft het blad dat wigvormig is.Het struikje is afkomstig uit het zuidoosten van Australië en groeit op heideachtige gebieden. Er bestaan ongeveer honderd soorten van dit geslacht, verschillend in bloeikleur en hoogte. De Prostanthera cuneata wordt niet hoger dan een meter en heeft een open structuur. Zijn bloeitijd is laat in de zomer en hij is wintergroen. De bloem bestaat uit een onder- en bovenlip met uitstekende meeldraden. Het hart van de bloem heeft gele en paarse vlekken, dit is het honingmerk van de bloem waar bijen en insecten op af komen. Niet alleen dit helpt bij de bestuiving van de bloem, de nectar geeft ook een sterke geur af.
Veel streekproducten als honing uit Australië bevatten de typische smaak van deze struik. Ook wordt er olie onttrokken uit de bladeren, de klieren van het blad scheiden dit uit als een soort wond afdekmiddel. Verder worden de bladeren veel gebruikt als keukenkruid en thee. Plantextracten schijnen een opbeurende werking te geven. Bij strenge vorst doet u er goed aan om hem af te dekken, de cultivars blijken wel al meer vorstbestendig te worden. Net als de Rhododendron en andere heideachtigen houdt hij van een zure waterdoorlatende grond. Door ieder jaar bij te mesten met organische mest en turfstrooisel houdt u hem gezond. Snoeien kan het beste in het voorjaar als u de struik compact wilt houden.