Nepenthes – Bekerplant
Van deze vleesetende plant zijn ongeveer een honderdtal soorten bekend.
De
plant die insecten en soms ook klein gewervelde dieren vangt met zijn bekerval,
komt oorspronkelijk uit Borneo en Sumatra. Men komt door vele onderzoeken al meer
over deze plant te weten, vooral hoe hij aan zijn voedingsstoffen komt en kan
gedijen in voedselarme biotopen. De naam Nepenthes komt uit het Grieks en
betekent ‘zonder droefheid’. Voor de Grieken was het sap uit de bekers van de
plant een soort tovermiddel. Ze dachten dat dit sap euforie veroorzaakte en al
hun leed verzachtte, maar uit andere geschriften bleek dit weer een dorstlessend
middel te zijn.
Nepenthes |
Nephenthes |
Het is niet alleen een insectenvanger, kleine gewervelde dieren zoals
hagedissen en ratjes vallen ook ten prooi in zijn bekerval. Op de beker zit een
soort klepje, hoewel de meeste mensen denken dat dit sluit en zo zijn prooi
vangt, heeft deze klep toch een andere functie. De klep dient voornamelijk als
een soort paraplu, zodat de beker niet helemaal vol loopt met water. Ook dient
dit als een soort landingsplaats voor prooien die op de zoete geur van de
nectar af komen, maar de klep sluit dus nooit. Om even in kort uit te leggen hoe de
val dan wel werkt, de bovenste rand van de beker bevat klieren die een soort
zoete lokstof maakt, de prooi valt uiteindelijk in de beker. Meestal bevat de
beker water, onderin de beker zitten klieren die door de detectie van de prooi
gelijk een soort stroperige stof maken.
Op deze manier kan de prooi niet meer uit de beker ontsnappen en verdrinkt. Tevens bevat het water in de beker verteringssappen, de plant haalt zo zijn voedingsstoffen naar binnen.
Op deze manier kan de prooi niet meer uit de beker ontsnappen en verdrinkt. Tevens bevat het water in de beker verteringssappen, de plant haalt zo zijn voedingsstoffen naar binnen.
Er wordt nog steeds onderzoek gedaan naar een aantal soorten. Een aantal jaar geleden is een hoog stikstof gehalte ontdekt in een Nepenthes soort die leefde onder erbarmelijke omstandigheden. Uit dit onderzoek is gebleken dat een vleermuissoort zich huisvestte in de bekers van de plant. De uitwerpselen zorgde voor de extra voedingsmiddelen. Tevens werd de vleermuis beschermd tegen parasieten en andere narigheden. Dit is niet de enige symbiose die bekend is, de plant wordt ook wel eens Apenbeker genoemd, omdat sommige apen het sap dronken uit de bekers.
Beginnende bloempluim |
Bloempluim |
Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee groepen van het Nepenthes geslacht.
Een groep die minder vocht nodig heeft en leeft op berghellingen waar de
temperatuur s ’nachts tot het vriespunt daalt. De andere groep leeft meer in de
vochtige tropische bossen. Beide groepen zijn meestal liaanvormend en kunnen
een lengte vormen van meer dan tien meter. Onderaan het blad vormt zich een
soort slinger, de top van de slinger vult zich met water en lucht en wordt
later de beker.
In het begin stadium van de jonge beker is de klep nog gesloten
en maakt hij zijn verteringswater aan. Soms gebruikt hij de slinger om zichzelf
vast te houden aan twijgen en dergelijke.
Bloemen Nepenthes |
Bloeiende pluim |
De
bloemvorm is een pluim waar zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen aan
zitten. Het enige nadeel van de plant, is dat de huiskamer goed vochtig moet
zijn om zijn bekers te kunnen vormen. Wanneer er bekers zijn, vul ze dan af en
toe met een beetje water. Vliegen voeren heeft geen enkele zin, de beker moet
water en verteringssappen bevatten en reageert alleen op levende organismen. De
grond moet vochtig zijn en geef alleen regenwater, want hij houdt van zure
grond.
Een laatste tip, als kuipplant is hij zeer geschikt, omdat hij koude
nachten zeer goed aan kan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten