Erythrina – Koraalstruik
De reden dat ik aan het einde van de zomer over deze opvallend bloeiende plant
begin is, omdat hij nu pas begint te bloeien in mijn tuin. Hij bloeit bij
ons laat in de zomer, omdat hij veel warmte nodig heeft. In Nederland wordt hij
meestal als kuipplant gezien, vorst kan hij bijna niet verdragen. Oorspronkelijk
komt de plant uit Brazilië en tevens is de nationale bloem van Argentinië. De plant is
nog niet zo lang bij ons te vinden, zo’n honderd jaar geleden is hij vanuit Italië
naar Nederland en België gekomen.
|
Erythrina crista-galli |
|
Erythrina crista-galli |
|
Bloem Erythrina crista-galli |
Zijn diep rode bloemen vormen zich aan het einde van de takken in een soort
pluimvorm. De bloeiwijze van sommige soorten lijken een beetje op die van de
Aloë, maar onderscheidt zich in het kelkblad
(schede). Het kelkblad bij de
Erythrina functioneert als een langdingplaats voor insecten die op zijn nectar
uit zijn.
De kelkbladen hebben wel iets weg van een kippenlelletje. Het
verschilt per soort hoe het kelkblad zich ontwikkeld, ze verschillen in lengte
en breedte, zoals de foto’s weergeven. Na de bloei vormen zich peulen en hij behoort
daarom ook bij de Fabaceae
(Vlinderbloemigen).
De naam Erythrina betekent ‘met rode bloemen’, de naam Koraalstruik heeft hij
gekregen vanwege zijn takken die op een koraalsoort lijken. Ik denk ook dat
zijn koraalrode bloemen iets met zijn naamgeving te doen heeft. Nog iets
opvallends zijn zijn takken die bedekt zijn met stekels. Naar mijn mening hebben
ze deze, om zich vast te houden aan de omliggende begroeiing. Zijn bloemtrossen
kunnen topzwaar worden en zo vindt hij zijn ondersteuning.
|
Bijna bloeiende Erythrina crista-gallie in mijn tuin. |
|
Erythrina crista-gallie/ gele Hedychium |
Net als de Els
(Alnus) vormt de Erythrina stikstofknobbeltjes op zijn wortels. Stikstofvormende
bacteriën spelen hier een grote rol in, deze knobbels zijn een soort
opslagplaats voor stikstof. De hoofdfunctie van deze stikstof is een bouwstof voor de assimilatie
(ademhaling) van de plant. Vooral in de nacht als er geen fotosynthese
plaats vindt. Van het geslacht Erythrina bestaan ongeveer honderdtwintig soorten, de bekendste is de Erythrina crista-gallie. Ik heb het even gehad over een
kippenlelletje, ‘crista-gallie’ betekent vrij vertaald hanenkam of –poot. Een
ander soort die ik in Zuid-Afrika heb gefotografeerd, is de Erythrina humeana.
Hoe de plant daar aan zijn naam komt zal ik maar niet vertellen, vele planten hebben
daar nog een racistische insteek.
|
Erythrina humeana |
|
Bloem Erythrina humeana |
Zoals ik al benoemde, de plant kan slecht tegen vorst en moet binnen
overwinteren. Ik heb ze wel in de volle grond op een beschutte plaats in
botanische tuinen zien staan, maar de stam moet dan wel goed beschermd worden. Na
de vorstperiode is snoeien niet nodig, behalve dan het weghalen van dood hout.
Het lijkt soms alsof de plant niet meer op gaat komen, maar het kan even duren.
De bast wil wel eens los komen, waar bijna alle soorten wel een beetje last van
hebben.
De bast wordt overigens gebruikt als rustgevend en kalmerend middel.
Experimenteer nooit met planten, planten kunnen een toxisch na-effect hebben!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten